3.2. Genderidentiteit
Het tweede luik van de genderkoek gaat over de genderidentiteit. Dit betekent je innerlijke gevoel van man zijn, vrouw zijn, beide of geen van beide.
We maken hierbij een onderscheid in cisgender en transgender personen.
Cisgender
Een cisgender persoon is een persoon waarbij hun genderidentiteit grotendeels overeenkomt met hun geboortegeslacht.
Bijvoorbeeld: Je wordt bij geboorte geregistreerd als vrouw en je voelt je een vrouw.
Transgender
Een transgender persoon is een persoon waarbij hun genderidentiteit grotendeels niet overeenkomt met hun geboortegeslacht.
Transgender is een koepelterm. Dat betekent dat het een term is waar veel diversiteit onder kan vallen. Kort gezegd kunnen trans personen zich een vrouw voelen (trans vrouw), een man (trans man) of geen van beide. Wanneer mensen zich niet volledig thuis voelen onder de noemer van man of vrouw, noemen we hen non-binair.
Transitie
Als we praten over trans personen, denken we vaak aan een medische transitie (bijvoorbeeld hormonen, operaties…). Nochtans wil niet elke trans persoon een (volledige) medische transitie.
Daarnaast zijn er ook andere manieren om in transitie te gaan:
- Je ontdekt en accepteert wie je bent (emotionele transitie).
- Je kan het aan je omgeving laten weten, andere kledij beginnen dragen, je haar laten groeien… (sociale transitie).
- Je kan je naam en/of geslachtsregistratie laten aanpassen op je identiteitskaart (juridische transitie).
- …
Het is aan de persoon zelf om te bepalen welke stappen die wil ondernemen of niet.
Voor meer info kan je een kijkje nemen op de website van Transgender Infopunt.